Gespot OUD

Steenmarters (September 2021)
Voor het eerst hebben we (bewegende) beelden van een paartje steenmarters in het park . Een wildcamera heeft ze in de buurt van de Archimedeslaan vastgelegd.
Kenmerkend zijn de kleine oortjes, lichte ondervacht, en de gevorkte keelvlek. Het zijn de grootste zoogdieren in het park (wanneer we de vos niet meetellen die we enkele jaren geleden hebben gespot), voortreffelijke klimmers en de grootste vijand van de eekhoorns in het park.

 

Prachtklokje (juni 2021) |
De Campanula persicifolia, ook wel perzikklokje genoemd, is vrijwel kaal en wordt maximaal 90 cm hoog. De plant voelt zich thuis op zonnige randen en open plekken in het bos, vooral op voedselarme en droge bodem.
Volgens Wikipedia komt de plant al vanaf de 16de eeuw in siertuinen voor, en kent een witte en een blauwe variant.
In het wild is dit klokje vrij zeldzaam.

 

 

 

Zwarte roodstaart (juni 2021)
Een onverwachte gast is de zwarte roodstaart, die gespot werd aan het begin van de Oostbroekselaan en in ATV. Het mannetjes heeft een zwart grijze kleur, witte vleugelvlek en bruinrode staartveren, waardoor hij gemakkelijk herkenbaar is. Ook zijn korte zang met knarsende onderdelen is kenmerkend. Vroeger een vogel van midden- en hooggebergte, maar voelt zich ook thuis in een bewoonde omgeving in ons land, waar hij het liefst vanaf een hoge post zijn lied ten gehore brengt.

Zingende zanglijster langs de Grift (mei 2021)

 

Gespot Bosrietzanger (mei 2021)
In een van de weinige rietkragen die het park telt meldt zich eind half mei een bosrietzanger. Het zijn trekvogels die relatief laat in Nederland arriveren. Ze verschillen weinig van andere soorten rietvogels, behalve door hun gevarieerde en exuberante zang, die vooral bestaat uit het nafluiten van andere vogels (meestal soorten die ze in Afrika hebben ontmoet). (foto: Laurens van Leeuwen)

 

 

Vos  (december 2019)
Op 27/12 maakte de wildcamera een opname van een nachtelijke vos. Vossen komen in toenemende mate in stedelijke gebieden voor, vooral in de schemering en nacht. Niet eerder was dit zoogdier in het park gesignaleerd.

 

 

 

Afbeeldingsresultaat voor grote kroosvarenGrote kroosvaren (december 2018)
Na de grote baggerronde in september verscheen vrij plotseling de grote kroosvaren in een deel van de sloten van park. De Azolla filiculoides behoort tot de familie van de vlotvarens, dwz ze drijven op vooral stilstaand water. Deze exoot uit Noord-Amerika leeft in symbiose met de cyanobacterie die stikstof uit de lucht kan binden. Daardoor kan de plant zich razendsnel over het water verspreiden. In optimale omstandigheden kan de biomassa zich elke 2-3 dagen verdubbelen.  In de herfst kleuren de blaadjes vaak roodachtig. Doordat de blaadjes een dik dek vormen (veel dikker dan eendenkroos) dringt er nauwelijks licht door op de bodem van de sloot en wordt de groei van (andere) planten en dieren onmogelijk gemaakt. We zijn de plant dus liever kwijt dan rijk.

Grootoorvleermuis (oktober 2018) Tijdens een inspectie van de vleermuiskasten in het park bleek kast 502 bewoond door 2 grootoorvleermuizen. Dit is een primeur voor ons park. De Plecotus auritus doet zijn (Nederlandse) naam eer aan: met zijn grote oren hoort hij de vleugelslag van insecten (o.a. motten, kevers, wantsen) en is hij minder afhankelijk van echolocatie dan andere soorten. Hoogstwaarschijnlijk brengen de dieren hier de nacht, maar niet de winter door.

 

Afbeeldingsresultaat voor trifolium arvense

Hazenpootje (juli 2018)
Het hazenpootje (Trifolium Arvense) is een klaversoort met een behaarde stengel van 5-30 cm, met witachtige en later roodachtige donzige bloemen. Het zijn deze donzige bloemhoofdjes waaraan de plant in Nederland zijn naam dankt. De plant bloeit van juli tot herfst en groeit op droge kalkarme grond tussen gras of open plekken. In de middeleeuwen werd de plant gebruikt als middel tegen diarree.

 

Gevlekte witsnuitlibel (juni 2018) (foto Laurens van Leeuwen)
Dit mannetje witsnuitlibel is te herkennen aan de duidelijk gele vlek op zijn achterlijf. Niet eerder is deze soort in ons park gesignaleerd, die in Nederland vooral voorkomt in de laagveengebieden van Noord Overijssel en Friesland, en het gebied rond het Vechtplassengebied.

 

 

Afbeeldingsresultaat voor waterral

Waterral (maart 2018)
De waterral (Rallus aquaticus) laat zich niet gemakkelijk spotten. Het is een schuwe vogel die zich verbergt in in rietrijke gebieden en moerassen.  Tijdens het snoeien werd een exemplaar opgeschrikt. Doorgaans wordt deze vogel gespot door zijn zang/roep.

 

 

Rode rivierkreeft (oktober 2017) (foto: Laurens van Leeuwen)
De rode rivierkreeft (Procambarus clarkii) wordt ook “Amerikaanse  rivierkreeft” genoemd. Maar die naam blijkt ook voor enkele andere soorten gebruikt te worden. Volwassen kreeften zijn roodachtig met felrode puntjes op de scharen, en worden tussen 12 en 17 cm groot. Mannetjes zijn te herkennen aan het feit dat de rechterschaar groter is. De inheemse Europese rivierkreeft bleek niet bestand tegen de kreeftenpest, waar zijn overzeese soortgenoot drager van kan zijn en resistentie ertegen heeft opgebouwd. Deze exoot is inmiddels sterk verspreid in ons land.

 

Wespendief (september 2017) (foto: Laurens van Leeuwen)
De naam van deze roofvogel (Pernis apivorus) is veelzeggend. Hij voedt zich met wespen, bijen en hommels, en hun larven/poppen. Met zijn dik verenpakket, schubben op zijn poten en wimperharen is hij gewapend  tegen steken van deze insecten. Zijn landing in het park is bijzonder. Wespendieven zijn trekvogels, en deze juveniel heeft blijkbaar zijn biezen nog niet gepakt. Of heeft hij zijn oog laten vallen op de bijenkasten in de heemtuin?

 

Moerasmelkdistel (juli 2017)
De Sonchus palustris is een composietplant (90-300 cm) die bloeit met lichtgele bloemen van juli tot september. Zoals de naam aangeeft houdt de plant van nattigheid en komt voor in moerassen en aan waterkanten. De plant heeft een 10 cm lange en 5 cm dikke wortelstok, waaraan dikke wortels zitten. De bladeren zijn grijsgroen: de bladeren zijn langwerpig en diep veervormig gedeeld, de bovenste bladeren zijn niet gedeeld. Alle bladeren hebben een pijlvormig geoorde voet met spitse oortjes. Plaatselijk vrij algemeen.

 

Kleine karekiet (juni 2017) In de rietkragen bij de lelievijver zingen 2 kleine karekieten, rietvogels die zich niet snel laten zien, en daarom aan hun geluid herkend moeten worden. Dat valt nog niet mee, omdat  bijvoorbeeld de rietzanger soortgelijke zang laat horen, maar die kenmerkt zich door hun nerveuze en snellere zang. De Acrocephalus scirpaceus overwintert in West-Afrika.

 

 

Afbeeldingsresultaat voor eurasian woodcockHoutsnip (januari 2017)
Tijdens het takken slepen werd een houtsnip opgeschrikt bij de akkerrand. De Scolopax Rusticola is de grootste van de snippensoorten in ons land, met een lange snavel (6-8 cm). Het is een schuwe en stille vogel, meestal solitair levend. Hij is praktisch onzichtbaar dank zij zijn camouflagekleed, en zal pas op het laatste moment de vlucht nemen. Doorgaans laat de vogel zich alleen in de avondschemering zien.

 


img_4795
Hoornaars (september 2016)
Hoornaars (Vespa crabro) hebben 2 vleermuiskasten in het noordelijk deel van het park omgebouwd tot verblijf. Het zijn de grootste wespachtigen van ons land (max 3,5 cm).  Ze voeden zich met plantensappen, maar jagen op insecten – waaronder libellen – waarmee ze hun larven voeren. Ze bouwen hun nesten van cellulose, dat ze van bomen knagen. Hun steek is pijnlijker dan van een wesp, maar minder giftig. Alleen de koningin overleeft de winter, om in het voorjaar een nieuw nest te beginnen, dichtbij het vorige.

 

penseel-kever Penseelkever (augustus 2016) Deze mooie kever (Trichius fasciatus) – gefotografeerd door Laurens van Leeuwen– is van de familie van de bladsprietkevers. Met hun behaard lichaam (12-15 mm) en opvallende geel/zwarte kleuren proberen ze aanvallers af te schrikken (mimicry). Zijn favoriet voedsel zijn de zachtere delen van schermbloemigen.

 

 

????????????????????????????????????Klimopereprijs (mei 2016) Deze bijzonder erepijs (Veronica hederifolia) dankt zijn naam aan de vorm van de bladeren. Het is een eenjarige plant die in het voorjaar (maart-mei) bloeit en die te vinden is in de ondergroei van bossen en op akkers, en soms in de stad op muren.

 

 

 

BBladkoningladkoning (oktober 2014 /september 2016)
In oktober werd bij de waterlelievijver een bladkoning gespot. Een grijsachtig bruin vogeltje, dat iets wegheeft van een mees, en ook vaak in hun aanwezigheid wordt waargenomen. Opvallend is zijn lichtgele wenkbrauwstreep, zijn roze bruine poten, en zijn roep. Bladkoningen broeden in de Oeral, en worden hier alleen als doortrekker waargenomen, meestal langs de kust in struiken en bomen. Een bijzonder gast dus, die tot begin januari 2017 in het park werd waargenomen.

 

 

gulden_boterbloemGulden boterbloem (april 2014) De Ranunculus auricomus (ranonkelfamilie) is een wat minder algemene soort uit het geslacht boterbloem, die bloeit in april en mei. Deze overblijvende plant is tussen 15-50 cm hoog. De stengel onder de bloem is glad en niet gegroefd. De bloemkroon is vaak niet goed ontwikkeld, doordat er 1 of meer kroonbladen ontbreken of verschillend van grootte zijn. De plant heeft onderaan bijna ronde bladen, met naar boven toe handvormige bladen. De vruchtbladen hangen in harige trosjes en rijpen tot eenzadige vruchten. Hij komt voor in vochtige gemengde bossen met een kalkhoudende ondergrond, in uiterwaarden, eikenbossen, langs dijken en in vochtige weilanden. De plant is vrij zeldzaam (rode lijst), behalve in Zuid-Limburg, Zwarte water en de benedenloop van de rivieren.

ijsvogelIJsvogel (maart 2014)
Achterin de sloot die langs de heemtuin loopt, is een paartje ijsvogels gespot. Alcedo atthis zoals de vogel officieel heet, betekent koningsvisser. De Nederlandse naam heeft niet van doen met ijs, noch met een verbastering zijn van de Germaanse naam Eisenvogel. Het woord komt van Isida, een vroege benaming die een onomatopee is van zijn roep. De seksen lijken sterk op elkaar, en alleen aan de kleur van de basis van de ondersnavel kunnen ze worden onderscheiden. Die is bij vrouwtjes oranjerood, en bij mannetjes zwart (gelijk aan bovensnavel). De ijsvogel is een viseter, die vaak vanaf een vast punt boven het water jaagt. Vissen worden in zijn geheel met de kop naar voren doorgeslikt. Onverteerbare resten geeft hij terug als braakbal. De ijsvogel leeft solitair behalve tijdens het broedseizoen. Ze maken een nest in een steile oeverwand, dat 30-100 cm diep is.

krakeendKrakeend (oktober 2013)
De krakeend (Anas strepera) is even groot als de wilde eend. Het mannetje is in zijn prachtkleed herkenbaar aan de zwarte snavel en de donkere staartpartij. Vrouwtjes zijn voornamelijk bruin en hebben een donkere snavel met oranje zijkanten. In de winter lijken mannetjes en vrouwtjes op elkaar. De krakeend is broedvogel in Nederland. ’s Winters voegen krakeenden uit het noorden en oosten zich bij hen om hier te overwinteren. Voorheen liet de krakeend zich vooral in de fortgracht zien, maar sinds een aantal weken verblijft een viertal krakeenden in de waterlelievijver.

You are donating to : Greennature Foundation

How much would you like to donate?
$10 $20 $30
Would you like to make regular donations? I would like to make donation(s)
How many times would you like this to recur? (including this payment) *
Name *
Last Name *
Email *
Phone
Address
Additional Note
paypalstripe
Loading...